Home > Nieuws > Nieuws vak > Mentale problemen jongeren onverminderd hoog

Sociale mediagebruik explodeerde in  2022, veel havisten vinden school nu minder leuk dan in 2021 en bovenal blijken mentale problemen onder jongeren een blijvend probleem. Dat blijkt uit  het HBSC-onderzoek ‘Jong na corona’  uitgevoerd in het najaar van 2022 door Universiteit Utrecht en het Trimbos-instituut. Het onderzoek richt zich op leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs en leerlingen van 12 t/m 16 jaar in het voortgezet onderwijs.

Forste toename

Het HBSC-onderzoek liet vorig jaar zien dat mentale problemen onder meisjes in Nederland tussen 2017 en 2021 fors zijn toegenomen. Op verzoek van het ministerie van OCW  deden onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Trimbos-instituut daarom in het najaar van 2022 opnieuw grootschalig onderzoek naar het welzijn van scholieren. “Mentale problemen van Nederlandse jongeren liggen in 2022 onverminderd hoog’, zegt Gonneke Stevens,. Ze is projectleider en hoogleraar Jongerenwelzijn aan de Universiteit Utrecht.

Meisjes voortgezet onderwijs

Stevens en haar collega’s schrijven in het rapport Jong na corona dat volledig herstel van de mentale gezondheid in 2022 onwaarschijnlijk was, gezien de grote toename in mentale problemen tussen 2017 en 2021. Dat  percentage jongeren met mentale problemen is in 2022 voor geen enkele indicator lager dan in 2021, is. Ze vindt dat opvallend. “Dit betekent dat het niveau van mentale problemen in 2022 nog steeds heel hoog ligt, met name onder meisjes in het voortgezet onderwijs. Bijna de helft van hen rapporteert in 2022 hyperactiviteit/aandachtsproblemen of emotionele problemen.”

Druk door schoolwerk, Oekraïne en klimaatcrisis

Als mogelijke verklaring voor het hoge niveau van mentale problemen wijzen de onderzoekers erop dat jongeren in 2022 nog altijd veel druk door schoolwerk ervaren. Daarnaast zijn meisjes in het voortgezet onderwijs in 2022, net als in 2021, minder positief over sociale relaties met ouders, vrienden, klasgenoten en leraren dan in 2017. Tot slot kunnen maatschappelijke ontwikkelingen zoals de oorlog in Oekraïne en de klimaat- en energiecrisis mogelijk een negatieve invloed hebben gehad op de mentale gezondheid van de Nederlandse jeugd.

Sociale media gebruik fors gestegen

Het percentage jongeren dat intensief gebruikmaakt van sociale media is tussen 2021 en 2022 fors toegenomen. “Deze stijging zien we zowel onder jongens als meisjes, in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.” Er is wellicht sprake van een TikTok-effect: tussen 2021 en 2022 is het gebruik hiervan in Nederland sterk toegenomen. Intensief sociale media gebruik hangt gemiddeld gezien niet samen met mentale problemen, waardoor deze stijging in sociale media gebruik waarschijnlijk niet direct zal leiden tot een toename in mentale problemen. Toch is Stevens niet gerust op deze ontwikkeling: “Een toename in intensief sociale media gebruik leidt op langere termijn voor sommige jongeren tot een toename in problematisch sociale media gebruik, en daarmee tot een stijging in mentale problemen.”

Havo-leerlingen

In het rapport concluderen de onderzoekers opvallend genoeg dat veel trends tussen 2021 en 2022 voor havo-leerlingen minder gunstig zijn dan voor leerlingen in de andere schoolniveaus. Zo daalde tussen 2021 en 2022 het percentage havisten dat school leuk vindt en positief is over de relatie met leraren en ouders. Ook steeg in deze periode het percentage havo-leerlingen met problemen met leeftijdgenoten. Voor leerlingen op het vwoen het vmbo veranderde er op deze gebieden, in dezelfde periode, niets.

Nationaal Programma Onderwijs

In 2021 stelde het ministerie van OCW 5 miljard euro beschikbaar aan scholen om de negatieve gevolgen van de coronacrisis onder hun leerlingen aan te pakken. Stevens en collega’s bestudeerden daarom in hoeverre er een samenhang is tussen de inzet van deze middelen en veranderingen in mentale problemen, druk door schoolwerk en relaties met klasgenoten en leraren (tussen 2021 en 2022). Deze samenhang is er voor de indicator ‘problemen met leeftijdgenoten’, zoals gepest of niet aardig gevonden worden door andere jongeren. “Op basisscholen en voortgezet onderwijsscholen die in het schooljaar van 2021-2022 sterk hebben ingezet op de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun leerlingen, is er een positievere trend in problemen met leeftijdgenoten dan op scholen die hier minder sterk op hebben ingezet.” Bron: Trimbos-Instituut/Universiteit Utrecht

Meer informatie