Home > Nieuws > Nieuws vak > Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften bouwen meer vriendschappen op in reguliere scholen

Bron: Radboud Universiteit

Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften ervaren positieve sociale gevolgen wanneer ze deelnemen aan het reguliere onderwijs. Zij ervaren een hogere mate van sociale inclusie dan leerlingen in het speciaal onderwijs, maken meer vrienden en lijken minder eenzaam te zijn. Het onderzoek van gedragseconoom Jana Vyrastekova van de Radboud Universiteit wordt op 28 april gepubliceerd in PLOS ONE.

Voorgaande studies suggereerden dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften (SEN) op reguliere scholen minder interacties zouden hebben en minder populair zouden zijn dan leeftijdsgenoten zonder extra ondersteuningsbehoeften. Echter toont nieuw onderzoek, waarin het perspectief van de leerling centraal staat, aan dat de sociale inclusie als sterker wordt ervaren door SEN-leerlingen op reguliere scholen dan SEN-leerlingen op speciale scholen.

Appels met appels

In het verleden werd vaak het argument aangevoerd dat SEN-leerlingen naar gespecialiseerde scholen moeten gaan om leeftijdsgenootjes te ontmoeten waarbij ze aansluiting kunnen vinden. Deze conclusie zou zijn gebaseerd op het tellen van hoeveel sociale interacties leerlingen in de loop van de dag hebben of door de leerlingen te vragen om hun vijf beste vrienden te noemen. ‘Die aanpak benadrukt verschillen tussen leerlingen met verschillende behoeften en laat buiten beschouwing hoe ieder kind zijn of haar sociale situatie ervaart’, legt Vyrastekova uit.

Voor dit nieuwe onderzoek werd aan ouders van SEN-leerlingen gevraagd hoe ze de inclusie van hun kinderen op school zouden beoordelen. De ouders gaven ook informatie over waar hun kinderen vrienden maken en hoe eenzaam ze lijken te zijn, zowel op school als thuis. Vyrastekova: ‘Waar eerder onderzoek meer weg had van appels met peren vergelijken, of leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoeften, vergelijken we nu appels met appels. Het geeft ons een beter beeld van de voordelen die reguliere scholen hebben voor SEN-leerlingen.’

Minder eenzaam

53% van de ouders met SEN-leerlingen op speciale scholen dacht dat hun kind op school minder eenzaam was dan thuis. Bij de kinderen op reguliere scholen dacht 69% van de ouders dat ze op school minder eenzaam waren dan thuis. Kinderen op reguliere scholen hadden ook vaak veel meer vrienden op school: op speciale scholen had 45% van de kinderen meer dan één vriend(in), en op reguliere scholen had 65% van de SEN-leerlingen meer dan één vriend(in).

En, niet onbelangrijk, er was ook een veel grotere kans dat deze vrienden in dezelfde buurt woonden: in 45,7% van de gevallen, tegenover 14,7% voor de leerlingen op speciale scholen. Speciale scholen zijn immers vaak verder weg van de buurt waar de kinderen wonen, waardoor het lastiger kan zijn om deze vriendschappen buiten school te ontwikkelen.

‘Wet passend onderwijs’

In 2014 werd in Nederland de Wet Passend Onderwijs geïntroduceerd, met als doelstelling om de kloof tussen regulier en speciaal onderwijs te dichten. De bedoeling was te zorgen dat leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften de ondersteuning die ze nodig hebben zouden krijgen, en dat reguliere scholen de mogelijkheid zouden hebben om die ondersteuning te organiseren. Maar volgens onderzoeken is de opname van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in het regulier onderwijs niet significant toegenomen.

‘Ouders, scholen en organisaties hebben wellicht twijfels over de stappen richting inclusie, omdat uit onderzoek is gebleken dat dit niet goed is voor de leerlingen. Daarentegen tonen deze nieuwe publicatie en anderen, aan dat inclusie veel grotere voordelen heeft dan vaak wordt aangenomen – zowel voor SEN-leerlingen als andere leerlingen,’ voegt Vyrastekova toe.

Voor deze studie vroeg Vyrastekova ouders naar de waargenomen inclusie van hun kinderen. De studie hield rekening met ouders die misschien hun eigen hoop op hun kinderen projecteerden. In toekomstige studies wil Vyrastekova dezelfde vragen over inclusie ook aan kinderen zelf stellen. ‘Dit helpt ons om een nog helderder beeld te krijgen, en dat zou ons dan weer kunnen helpen om te begrijpen welke strategieën we toe kunnen passen, zodat alle kinderen sociale inclusie ervaren en naar een school in hun eigen woonwijk kunnen gaan.’

Publicatie  op Plos One “Social inclusion of students with special educational needs assessed by the Inclusion of Other in the Self scale”, Jana Vyrastekova