Home > Nieuws > Nieuws vak > Den Haag eerste gemeente met Integrale Gezinspoli

Het Juliana Kinderziekenhuis en Centrum Jeugd en Gezin Den Haag beginnen deze maand een proef met een Integrale Gezinspoli. Hierin werken professionals uit het medisch én het sociaal domein samen om (kwetsbare) zwangeren en (aanstaande) gezinnen de zorg te bieden die zij nodig hebben om kinderen veilig en gezond te laten opgroeien.

De Integrale Gezinspoli richt zich vooral op gezinnen die vanwege een medische hulpvraag door artsen worden gezien en waarbij meer kan spelen, zoals een trauma, zorgen over financiën of werk, woonproblemen, verslaving en/of een verstandelijke beperking. Is in deze gezinnen een kind op komst, of net geboren (tot en met 2 jaar), dan wordt een kansrijke start bevorderd als zij eerder, beter en in meer samenhang worden geholpen.

Dit gebeurt op de Integrale Gezinspoli door medisch professionals, zoals kinderartsen, kinderfysiotherapeuten, diëtisten of logopedisten, en door professionals uit het sociaal domein, zoals gezinscoaches, jeugdverpleegkundigen en welzijnswerkers. Onderzoek en praktijk wijzen uit dat extra aandacht en inzet in de eerste 1000 dagen van een kind cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling.

Den Haag – met z’n verscheidenheid aan culturen en grote sociaal-economische verschillen per wijk – is de eerste stad in Nederland die gaat proefdraaien met een Integrale Gezinspoli. Grondleggers zijn Lyanne Rövekamp-Abels (kinderarts en neonatoloog) en May van Gijn-Huyssen van Kattendijke (kinderfysiotherapeut). Beiden zijn verbonden aan het Juliana Kinderziekenhuis, dat onderdeel is van het HagaZiekenhuis.

De juiste hulp

“Soms ligt er achter de medische hulpvraag een andere belangrijkere vraag. Door te luisteren, vertrouwen op te bouwen en op het juiste moment de goede vraag te stellen, komt de onderliggende hulpvraag vaak aan het licht. Om ouders dan goed te kunnen ondersteunen, is een stevige verbinding met het sociaal domein nodig. Wij liepen hier als medisch professionals op vast, maar door de samenwerking binnen de Integrale Gezinspoli kunnen we (aanstaande) gezinnen eerder de juiste hulp aanbieden op de juiste plek”, vertelt Lyanne Rövekamp.

Die samenwerking wordt geboden door de professionals van het Centrum Jeugd en Gezin Den Haag (CJG). Het CJG verzorgt de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp in de gemeente Den Haag. Daarnaast biedt het extra ondersteuning op het gebied van opvoeden en opgroeien.

In elk van de 8 stadsdelen is een CJG gevestigd. In stadsdeel Escamp zelfs 2. Ze vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het CJG is al enkele jaren betrokken bij de zorg voor zieke en te vroeg geboren baby’s in de neonatale zorgpoli van het Juliana Kinderziekenhuis. Die gezamenlijke zorg wordt nu verder uitgebreid en ondergebracht in de Integrale Gezinspoli.

“Onze ambitie is dat alle kinderen en jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien; thuis, bij hun eigen ouders, waarbij ze zich ontwikkelen tot veerkrachtige (jong)volwassenen die naar vermogen actief meedoen in de samenleving. Ouders zijn hiervoor primair verantwoordelijk. Hoe eerder we zien dat die ontwikkeling hapert, of zelfs dreigt vast te lopen, des te beter en samenhangender kunnen we ouders helpen om hun kinderen een kansrijke start te bezorgen. De Integrale Gezinspoli is wat dat betreft vernieuwend doordat een vast en multidisciplinair team om het gezin heen staat en zorg biedt vanuit medische en sociale invalshoeken”, zegt wethouder Kavita Parbhudayal van Zorg, Jeugd en Volksgezondheid.

Verwachte voordelen

Belangrijkste, verwachte voordelen van de Integrale Gezinspoli zijn dan ook een betere gezondheid van kinderen en het versterken van gezinnen.

De indicatie voor verwijzing naar de Integrale Gezinspoli is medisch, maar vanaf de verwijzing en intake is de aanpak integraal (vanuit medisch en sociaal domein). Er wordt gebruikgemaakt van formele hulp (zorgprofessionals) en informele hulp (netwerk, ervaringsdeskundigen, vrijwilligers).

Bij de proef zijn naast het Juliana Kinderziekenhuis en de gemeente Den Haag ook verschillende jeugdhulpaanbieders, vrijwilligersorganisaties, zorgverzekeraars, het Leids Universitair Medisch Centrum (Campus Den Haag) en het Ministerie van VWS betrokken.