Tieners die wiet roken hebben een minder dikke prefrontale cortex dan jongeren die dat niet doen. Dat blijkt uit een internationale (1) met bijna achthonderd Europese tieners uit acht verschillende landen. Wetenschappers volgden de tieners voor een langere periode. Toen de deelnemers gemiddeld veertien jaar oud waren, maakten ze een eerste scan van hun hersenen en vijf jaar later nog eens.
Alle deelnemers hadden ten tijde van de eerste scan nog nooit wiet gebruikt.
Na vijf jaar vergeleken de onderzoekers de hersenen van de tieners die inmiddels wel wiet gebruikt hadden met die van de jongeren die dat niet hadden gedaan. Wat bleek? De wietrokers hadden een minder dikke linker en rechter prefrontale cortex. Hoe meer de jongeren gebruikten, hoe minder dik de hersengebieden bleken te zijn. De prefrontale cortex staat in voor tal van cognitieve en emotionele functies, waaronder impulsbeheersing, plannen en beslissingen maken.
‘Als je op jonge leeftijd begint aan wiet, kan het een effect hebben op je ontwikkeling’
Volgens neurowetenschapper Janna Cousijn (Erasmus Universiteit Rotterdam), niet betrokken bij het onderzoek, hoeven we ons niet direct grote zorgen te maken over de resultaten. ‘Het is niet duidelijk of en hoe deze veranderingen in de hersenen de ontwikkeling en het functioneren van de jongeren beïnvloeden’, legt ze uit. ‘Bovendien zijn er verder in het brein geen afwijkingen gevonden. Wat het onderzoek mogelijk wel laat zien – maar dat is hier niet onderzocht – is dat hoe jonger je begint met wiet, hoe meer invloed het kan hebben op je ontwikkeling en gezondheid.’
Ontwikkeling
In de prefrontale cortex zitten net als in de rest van het brein veel CB1-receptoren. Als THC, een bestanddeel uit wiet, daaraan bindt, gaan gebruikers zich anders voelen en anders gedragen. Mogelijk zijn de veranderingen in het brein via die receptoren tot stand gekomen. Cousijn: ‘Wiet grijpt onder andere in op CB1-receptoren door het hele brein die deel uitmaken van het cannabinoïde-systeem. Dat systeem is belangrijk voor de gezondheid en ontwikkeling van het brein. Het is dus niet vreemd dat als je op jonge leeftijd begint aan wiet, het een effect kan hebben op je ontwikkeling.’
Dit is de eerste lange termijnstudie naar de effecten van wiet op het jongerenbrein. Cousijn: ‘Er hebben veel jongeren aan meegedaan die allemaal nog nooit wiet gebruikt hadden voor het eerste meetmoment, dat is een sterk punt van dit onderzoek.’ Vervolgonderzoek zou volgens haar nog verder moeten uitzoeken wat de tieners precies gebruikten. ‘Wiet kan bestaan uit verschillende hoeveelheden en verhoudingen werkzame stoffen. Dit onderzoek heeft alles op één hoop gegooid.’ Tot slot is het volgens Cousijn ook verstandig om zwaardere gebruikers en zelfs verslaafde jongeren in het onderzoek mee te nemen. ‘Er is hier geen onderscheid gemaakt tussen maandelijkse en dagelijkse gebruikers, iedereen die meer dan 40 keer wiet gebruikte in de afgelopen vijf jaar belandde in de zwaarste groep gebruikers.’
De wetenschappers controleerden nog of de hersenverschillen al vóór de start van het onderzoek aanwezig waren, en of alcohol-, nicotine-, en ander middelengebruik de verschillen mogelijk beïnvloedde. Dat bleek allemaal niet zo te zijn.