Onder zwangere vrouwen met een praktische opleiding en vrouwen die niet in Nederland zijn geboren is het bereik van maternale kinkhoestvaccinatie aanzienlijk lager dan gemiddeld. Dit blijkt uit onderzoek door JGZ Kennemerland en GGD Zaanstreek-Waterland in samenwerking met Amsterdam UMC.
De 22 wekenprik
Kinkhoest wordt veroorzaakt door een bacterie in de luchtwegen. Voor baby’s is kinkhoest gevaarlijk, zij kunnen long- of hersenschade oplopen. Ieder jaar belanden 170 baby’s in het ziekenhuis met kinkhoest. Baby’s krijgen een vaccinatie tegen kinkhoest, maar dit kan pas als zij tenminste twee maanden oud zijn.
Sinds eind 2019 is in Nederland een vaccinatie tegen kinkhoest voor zwangeren ingevoerd: de maternale kinkhoestvaccinatie, ook wel 22 wekenprik genoemd. Vanaf de 22e week in hun zwangerschap kunnen vrouwen de vaccinatie gratis krijgen. Zo is de baby al voor de geboorte beschermd tegen kinkhoest (en de moeder ook).
Onderzoek in de JGZ
Jeugdartsen Lucy Smit (JGZ Kennemerland) en Pim Jansen (GGD Zaanstreek-Waterland) vroegen zich af welke moeders en baby’s met deze prik bereikt worden. Drie studenten van de opleiding Gezondheid & Leven, Charlotte Steuten, Christa Hemmes en Nadien Al-Rubaie, deden onderzoek met gegevens van de jeugdgezondheidszorg uit deze twee regio’s. In totaal onderzochten zij meer dan 5000 baby’s geboren in 2020 en hun moeders.
Grote verschillen
In beide regio’s bleek dat vrouwen met een middelbare of hoge opleiding veel vaker de 22 wekenprik krijgen, dan vrouwen die een lagere opleiding hebben gevolgd. Charlotte vond in Kennemerland een vaccinatiegraad van 78%, variërend van 54% onder vrouwen met een lage en 88% onder vrouwen met een hoge opleiding. In Zaanstreek-Waterland was de vaccinatiegraad 58%, variërend van 42% tot 68%. Nadien, die onderzoek deed in Zaanstreek-Waterland: ‘De verschillen tussen de gemeentes zijn groot: sommige gemeenten halen een vaccinatiegraad van 85%, terwijl andere gemeenten blijven steken op 50%. In een enkele wijk was het bereik zelfs maar 30%.’
Migratieachtergrond en taal
Naast opleiding speelt migratieachtergrond en taal van de vrouwen en hun partner een rol. Christa zocht dit uit voor de regio Kennemerland. Daar bleken vrouwen geboren in Turkije (43%), Marokko (40%) of Oost-Europa (38%) gemiddeld minder vaak gevaccineerd dan in Nederland geboren vrouwen (84%). Als geen van beide ouders Nederlands of Engels sprak, hadden de vrouwen veel minder kans op een vaccinatie, ongeacht hun opleiding.
Voorlichting
Bij zwangere vrouwen met een praktische opleiding of met een migratieachtergrond valt dus nog veel winst te behalen op het gebied van maternale kinkhoest vaccinaties. Lage gezondheidsvaardigheden kunnen hierbij een rol spelen. Ook is de voorlichting over kinkhoest en de 22 wekenprik voor hen mogelijk ontoereikend.
Jeugdartsen Lucy Smit en Pim Jansen: ‘De resultaten zijn duidelijk. Ze helpen ons om gericht de samenwerking met verloskundige praktijken aan te gaan. Zij zijn tenslotte degenen die de zwangeren naar de JGZ verwijzen voor deze prik. Ook helpt het onderzoek ons om met gemeenten in gesprek te gaan over dit onderwerp.’
Bron: VUMC